De spits is eraf – Getuigenis van Hilde, voorleesvrijwilliger in het project Alfapret

   15/10/2014

Vandaag mijn eerste voorleessessie van dit schooljaar. Sint-Jan is ‘mijn’ schooltje geworden; ik voel me er thuis en ben er gelukkig. Als altijd verdeelt Tante Nicky haar klas in twee groepjes: eerst komen de beste luisteraars, die onze taal ook goed kennen, dan de kinderen voor wie het voorlezen nog niet evident is. Meestal lees ik niet hetzelfde verhaal in beide groepjes.

Deze week las ik voor alle kinderen Kom maar tevoorschijn! van Marcus Pfister, een prentenboek met uitklapflapjes. Ik vind het belangrijk meteen het begrip leuk! te koppelen aan oma Hilde komt voorlezen. Dat gebeurt altijd met dit prentenboek, daar kan je donder op zeggen.

Ik had me voorgenomen dit jaar tijd uit te trekken om de kinderen zelf aan het woord te laten. In de workshop van gisteravond had Fred Versonnen ook nog het belang hiervan benadrukt. Dubbele reden dus om het meteen te doen. Kinderen zijn fantastisch! Volwassenen kijken je eerst, vaak onbewust, met een zekere argwaan aan. Kinderen geven je meteen hun vertrouwen en vertellen honderduit. Het was alsof ik weer gewoon het klasje van vorig jaar bij me had.

Natuurlijk moet je er dan op een bepaald moment voor zorgen dat iedereen stil is en je kan gaan voorlezen. Dat doe ik als altijd met handgeklap voor de mensen die dat prachtige prentenboek hebben gemaakt.

De introductie van het verhaal ligt voor de hand: zou ik dit wel durven voorlezen, het gaat over monsters, misschien zijn jullie daar wel bang voor? Uiteraard zijn de meesten stoer, maar er is er toch wel een die volmondig toegeeft dat hij bang is voor monsters; een Mongools meisje wist me te vertellen dat er wel monsters in Mongolië zijn.

In het taalvaardige groepje werden de flapjes rustig opengemaakt, werd er geglimlacht bij de opspringende monsters en werd er ingegaan op het verhaal. In het tweede groepje wou iedereen meteen op de flapjes springen en was het lastiger de aandacht bij het verhaal te houden, maar bij elk monster dat uit het boek sprong, werd er gegierd.

Ik ben tevreden thuisgekomen, want ik had mijn doel bereikt: alle kinderen, ook de minder taalvaardige boeien. Nu komt het erop aan een geschikt boek te vinden voor de volgende voorleessessie, maar eigenlijk... eigenlijk weet ik het al.

Hilde